Ju-jitsu,  Principes

Natuurlijke wapens

In principe kan elk gedeelte van het lichaam gebruikt worden als een wapen. Natuurlijk is het wel zo dat sommige delen effectiever ingezet kunnen worden dan andere. Het is ook zo dat sommige van onze natuurlijke wapens eerst wat training vereisen om effectief ingezet te kunnen worden.

De onderstaande lijst is ver van volledig. Sommige wapens zijn voor vrouwen niet praktisch omdat er toch een zekere training nodig is om ze te kunnen gebruiken. Bv het gebruik van de vuisten vereist enkele trainingen.

Onderaan ga ik verder in op de principes van goede wapens, voor de “die-hards” onder jullie.

 

Bespreking van de voornaamste natuurlijke wapens

Onze hoge zone

Je stem. Als we gillen zal de aanvaller geen schrik krijgen omdat hij dit verwacht. Het effectiefste is een luide schreeuw die komt uit de onderbuik en zo laag mogelijk klinkt. Dit is een zeer krachtig wapen omdat het zo verrassend is.

Het hoofd. Het hoofd is eigenlijk een schedel met daarin de hersenen. De schedel is een stevige doos die niet rap kapot gaat. We kunnen met het voorhoofd de neus van de aanvaller bereiken. Met het achterhoofd kunnen we hetzelfde doen als we langs achter worden vast gehouden.

Meestal gebruiken we ons hoofd niet als wapen omdat het gevaar bestaat dat we onszelf verwonden. Je hoofd bevat je hersenen, en die wil je heel houden. Maar er zijn momenten dat je het kan gebruiken.

Speken. Wanneer we in de aanvaller zijn gezicht speken zal deze even niet weten wat er gebeurt. Die geeft ons heel even de kans om te reageren.

Tanden. Als je bijt, bijt dan door, anders maak je je aanvaller enkel boos!

Onze midden zone

Ellebogen. Zijn in verschillende richtingen zeer goed bruikbaar. Ze hebben een klein raakvlak, waardoor ze nog effectiever worden. Daarbij komt ook nog dat ze zeer krachtig te gebruiken zijn. De voornaamste mogelijkheden zijn : recht naar achter op een solar plexus, Naar voor en omhoog onder een kin, draaiend achterwaarts op de slaap, draaiend voorwaarts op een slaap.

Vuisten. Voornamelijk in voorwaartse richting bruikbaar. Ze hebben ook verschillende toepassingen : Voorkant vuist (voorste 2 knokkels) : heel de front van het lichaam. Bovenkant vuist : neus en slaap. Als de tegenstander achter je staat kan je met de bovenkant van je vuist zijn schaamstreek treffen. Hamervuist : vooral op de neus en de slaap.

Bovenkant hand. Gebruikt om het kruis aan te vallen. Eventueel is het ook mogelijk om het hoofd aan te vallen.

hand palmHandpalm. Wordt vooral gebruikt om het hoofd aan te vallen. Met je handpalm kan je meer schade toebrengen dan met je vuist. Je zal ook je hand niet bezeren als je de schedel raakt, in tegenstelling tot de vuist.

Onze lage zone

Knieën. Hier geldt hetzelfde al voor de ellebogen. Je knieën vallen zeer goed in te zetten op verschillende manieren. Op een knie zit nog veel meer kracht als op een elleboog. Voornaamste doel met de knie is natuurlijk de schaamstreek. Aan andere mogelijkheid is het bovenbeen.

Voeten. Ook hier zitten weer meerdere mogelijkheden aan. De wreef van de voet wordt gebruikt om de schaamstreek aan te vallen als te tegenstander te ver staat. De bal van de voet wordt gebruikt bij een voorwaartse aanval. De hiel wordt bijvoorbeeld gebruikt om de voetbeentjes van de aanvaller te verbrijzelen.

Meer uitleg over onze natuurlijke wapens

Een wapen is goed als het schade kan aanbrengen bij de tegenstander. De schade moet lang genoeg duren om ons uit de voeten te kunnen maken. Schade is meestal evenredig met druk. Hoe meer druk we op een oppervlakte kunnen uitoefenen, hoe meer schade we kunnen toebrengen. Er is een verschil wanneer je met je vlakke hand slaat tegenover wanneer je iemand met een mes steekt. Het is duidelijk dat het met met zeer weinig kracht veel schade kan aanbrengen, wat met de vlakke hand moeilijker zal zijn.

Druk = kracht / oppervlakte

formule druk (p = f / a)

We gaan ervan uit dat we niet veel kracht hebben, dus moeten we proberen om de oppervlakte zo klein mogelijk te maken. Dit verklaart dat een mes veel meer schade zal toebrengen dan een vlakke hand. De punt van een elleboog is dus een goed wapen, de knie ook.

Anderzijds is het duidelijk dat we met onze benen meer kracht kunnen ontwikkelen dan met onze armen. Dus een kniestoot zal met veel meer kracht gegeven worden dan een elleboogstoot en dus toch zeer efficient zijn.

Hard doelwit – zacht wapen en andersom

Het hoofd is het voorbeeld bij uitstek van een hard doelwit. Als je dit aanvalt met een hard wapen (vuist bv) dan is er veel kans dat je je vuist bezeert. Daarom kan het hoofd beter aangevallen worden met de handpalm (bv) en een dijbeen (zacht) met de knie (hard).

Uitzonderingen

De elleboog en de knie doen niet gemakkelijk pijn. Het zijn harde wapens die eventueel ook op een hard doelwit kunnen gebruikt worden. Met de elleboog moeten we toch opletten want de achterkant (het telefoonbotje) kan wel gevoelig zijn.